News

Investeren in mondiale gezondheid is investeren in Nederland

Als het gaat om wereldwijde gezondheid, is dinsdag een spannende dag. Dan debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waarin forse bezuinigingen zijn opgenomen op het gebied van mondiale zorg en seksuele gezondheid en rechten. Een heel slecht plan, als je het ons vraagt. En wel om drie redenen: investeringen in mondiale gezondheid zijn bewezen effectief, bij uitstek een gebied waarop Nederland expertise heeft én in ons eigen belang.
Startceremonie van de Global Health Hub, het uitvoeringsmechanisme van de Dutch Global Health Strategy (september 2023).

We weten waar we het over hebben: als Dutch Global Health Alliance, een verband van negentien Nederlandse organisaties op het vlak van mondiale gezondheidszorg, waren we nauw betrokken bij de totstandkoming van een nieuwe overheidsstrategie op dat vlak. Deze werd op verzoek van de Tweede Kamer ontwikkeld en zal op 21 maart 2024 worden besproken. Om te kunnen komen tot een succesvolle uitvoering van deze strategie zijn voldoende middelen van cruciaal belang.

Waarom dit zoveel uitmaakt? In de eerste plaats: investeringen in mondiale gezondheid zijn bewezen effectief. Mede dankzij Nederlandse bijdragen aan grote internationale gezondheidsfondsen hebben tientallen miljoenen mensen in lage- en middeninkomenslanden wereldwijd nu toegang tot malarianetten en hiv-medicatie, en kunnen kinderen gevaccineerd worden tegen veel voorkomende kinderziekten. Het Global Fund, een organisatie die epidemieën bestrijdt, schat dat men met elke dollar die er geïnvesteerd wordt 31$ aan gezondheids- en economische winst terugverdient. Diezelfde organisatie redde sinds haar oprichting ruim 59 miljoen mensenlevens.

In het verleden leidden investeringen in mondiale gezondheid bovendien tot de (bijna) volledige uitroeiing van pokken en polio, waardoor veel menselijk leed is voorkomen. Deze inspanningen, samen met internationale investeringen in voeding, zorg, water en hygiëne, zorgden voor een forse daling van het kindersterftecijfer. Het aantal kinderen dat stierf voor het bereiken van de 5-jarige leeftijd daalde in lage en middeninkomenslanden zelfs van 15% in 1980 tot 4,4% in 2021. Dit alles was onmogelijk geweest als landen als Nederland niet hadden geïnvesteerd.

Daarnaast heeft Nederland een reputatie hoog te houden op het vlak van Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), mondiale gezondheidszorg en de belangrijke sector Life Sciences & Health. Niet alleen was Nederland een gidsland op het gebied van hiv- en tuberculosebestrijding, we dragen ook bij aan pandemische paraatheid en het tegengaan van antimicrobiële resistentie (AMR). Belangrijk, want volgens de World Health Organisation (WHO) is AMR een van de grootste bedreigingen, met verstrekkende gevolgen voor de Nederlandse volksgezondheid.

Dankzij de Nederlandse bijdragen aan de WHO en belangrijke financiers van gezondheidssystemen, zoals de Wereldbank en het Global Fund, heeft Nederland een plek aan tafel, waar we onze expertise inbrengen en invloed hebben op de infrastructuur van mondiale gezondheid. Denk hierbij aan de Nederlandse rol als vicevoorzitter van het onderhandelingsteam (INB) van een internationaal pandemisch verdrag.

Als laatste, en in deze tijdgeest lijkt het goed om dat te benoemen: investeren in mondiale gezondheid is in ons eigen belang. Nederland is namelijk geen eiland. Ziektes, en dat weten we sinds de COVID-19 pandemie maar al te goed, stoppen niet aan grens.

Om al die redenen roept de DGHA Kamerleden op om dinsdag tégen de voorgenomen bezuinigingen te stemmen. Want als we nu blijven investeren in mondiale zorg en seksuele gezondheid, is de kans een stuk groter dat we in de toekomst gezond zijn én blijven.

 

Read the article in English

Want to know more?
Get in contact with us

"*" indicates required fields